SEARCH
You are in browse mode. You must login to use MEMORY

   Log in to start

Belastingrecht (Week 12)


🇳🇱
In Dutch
Created:


Public
Created by:
Bas Dubbelman


0 / 5  (0 ratings)



» To start learning, click login

1 / 12

[Front]


Wat regelt het formele belastingrecht? Wat regelt het materiële belastingrecht?
[Back]


Dit recht regelt de procedurele kant van belastingaangelegenheden. Hoe wordt de belastingschuld vastgesteld en welke rechten en plichten hebben de belastingplichtige en de belastinginspecteur daarbij? Materieel belastingrecht ziet daarentegen op inhoudelijk vragen: wie moet wanneer waarover hoeveel belasting betalen?

Practice Known Questions

Stay up to date with your due questions

Complete 5 questions to enable practice

Exams

Exam: Test your skills

Course needs 15 questions

Learn New Questions

Dynamic Modes

SmartIntelligent mix of all modes
CustomUse settings to weight dynamic modes

Manual Mode [BETA]

Select your own question and answer types
Specific modes

Learn with flashcards
Listening & SpellingSpelling: Type what you hear
multiple choiceMultiple choice mode
SpeakingAnswer with voice
Speaking & ListeningPractice pronunciation
TypingTyping only mode

Belastingrecht (Week 12) - Leaderboard

2 users have completed this course

No users have played this course yet, be the first


Belastingrecht (Week 12) - Details

Levels:

Questions:

12 questions
🇳🇱🇳🇱
Wat regelt het formele belastingrecht? Wat regelt het materiële belastingrecht?
Dit recht regelt de procedurele kant van belastingaangelegenheden. Hoe wordt de belastingschuld vastgesteld en welke rechten en plichten hebben de belastingplichtige en de belastinginspecteur daarbij? Materieel belastingrecht ziet daarentegen op inhoudelijk vragen: wie moet wanneer waarover hoeveel belasting betalen?
Definieer de materiële en formele belastingschuld.
De materiële: 1. O.b.v. wet, feiten en tijdsverloop 2. O.b.v. deze gegevens vastgestelde belastingschuld is de materiële belastingschuld De formele: 1. Materiële belastingschuld wordt geformaliseerd 2. Twee manieren: 1. Aanslagbelasting (IB en VPB) 2. Aangiftebelasting (LB en OMZBEL, aangifte + betaling)
Benoem de kenmerken van de aangifteplicht.
De kenmerken: 1. Art. 6-10 AWR (nader uitgewerkt in ministeriële regeling) 2. Inspecteur kan iedereen die vermoedelijk belastingplichtige is, uitnodigen tot het doen van aangifte 3. Hierdoor --> verplichting tot aangifte 4. Gegevens --> duidelijk, stellig en zonder voorbehoud 5. Ondernemers zijn verplicht om digitaal aangifte te doen --> IB, VPB, LB en OB
Benoem de kenmerken van de aanslagbelastingen.
De kenmerken: 1. BP doet aangifte, maar inspecteur legt aanslag op (stelt belasting vast) 2. IB en VPB 3. Inspecteur moet binnen drie jaar na het ontstaan van belastingschuld de aanslag vaststellen - Belastingschuld ontstaat aan het einde van het kalenderjaar (IB en VPB) - Dagtekening aanslagbiljet --> startdatum drie jaar 4. Zie hiervoor art. 11 AWR 5. Termijn bedraagt zes weken voor betaling door BP
Benoem de kenmerken van de aangiftebelasting.
De kenmerken: 1. LB, OB en bijv. BTW 2. Aangifte berekent de BP, hierna betaalt hij op eigen initiatief 3. Aangifte + belastingschuld = formele belastingschuld 4. Inspecteur kan achteraf altijd ingrijpen
Wat kan er gedaan worden indien de materiële en formele belastingschuld niet overeenkomen?
De navordering bij aanslagbelastingen en de naheffing bij aangiftebelastingen.
Benoem de kenmerken van de navordering bij aanslagbelastingen.
De kenmerken: 1. Het niet eerder geformaliseerde deel van de materiële belastingschuld wordt in een betalingsverplichting omgezet 2. Navorderingsaanslag mag maar vijf jaar na het tijdstip waarop de MB is ontstaan 3. Navordering is enkel mogelijk indien er sprake is van een nieuw feit 4. Art. 16 AWR
Benoem de kenmerken van de naheffing bij aangiftebelasting.
De kenmerken: 1. Geen inspecteur bij betrokken, zelf verkeerd verrekend 2. Termijn bedraagt uiterlijk vijf jaar voor de naheffing 3. Hier hoeft geen sprake te zijn van een nieuw feit
Benoem de kenmerken van de bezwaarprocedure.
De kenmerken: 1. Bezwaar bij belastingdienst 2. Zes weken termijn voor indienen bezwaar 3. Art. 22j AWR 4. Indien te laat indienen bezwaar --> verzoek aan inspecteur - Te laat --> niet-ontvankelijk - Tegen beslissing op verzoek kan je beroep instellen 5. Inspecteur heeft zes weken om te reageren op bezwaar 6. Geen reactie van inspecteur --> dwangsom/beroep
Benoem de kenmerken van beroep bij de rechtbank.
De kenmerken: 1. Inspecteur handhaaft aanslagen ondanks bezwaar --> beroep bij RB 2. Beroepschrift bij een van de vijf rechtbanken (elke RB heeft een belastingkamer) 3. Termijn bedraagt zes weken (vanaf datum uitspraak inspecteur) - Niet-tijdig --> niet-ontvankelijk, geen inhoudelijke behandeling 4. Geen verplichte procesvertegenwoordiging, soms EK soms MK 5. Inspecteur --> verweerschrift
Benoem de kenmerken van HB en cassatie.
De kenmerken (HB): 1. HB bij Gerechtshoven 2. In HB worden de feiten vastgesteld 3. MK De kenmerken (Cassatie): 1. Geen feitenrechter 2. Kijkt naar onjuiste toepassing van het recht, motiveringsgebreken of vormverzuimen
Benoem de drie manieren om doorlooptijd te versnellen.
De drie manieren: 1. Prorogatie (bezwaarschriftprocedure wordt overgeslagen) 2. Sprongcassatie (van RB naar HR) 3. Fiscale prejudiciële procedure (tijdens de behandeling van een fiscale procedure wordt een rechtsvraag gesteld aan de HR)