Bestuursrecht (Week 6)
🇳🇱
In Dutch
In Dutch
Practice Known Questions
Stay up to date with your due questions
Complete 5 questions to enable practice
Exams
Exam: Test your skills
Test your skills in exam mode
Learn New Questions
Manual Mode [BETA]
Select your own question and answer types
Specific modes
Learn with flashcards
Listening & SpellingSpelling: Type what you hear
multiple choiceMultiple choice mode
SpeakingAnswer with voice
Speaking & ListeningPractice pronunciation
TypingTyping only mode
Bestuursrecht (Week 6) - Leaderboard
Bestuursrecht (Week 6) - Details
Levels:
Questions:
20 questions
🇳🇱 | 🇳🇱 |
Benoem de twee vormen van privaatrechtelijke instrumenten. | De vormen: 1. Overeenkomsten (beleidsmatig en gewoon gebruik) 2. Andere privaatrechtelijke middelen (eigendomsrecht, actie uit OD) |
Benoem de twee vormen van feitelijke instrumenten. | De vormen: 1. Met specifieke bevoegdheidsgrondslag 2. Zonder specifieke bevoegdheidsgrondslag |
Benoem de drie soorten instrumenten van de overheid. | De instrumenten: 1. Publiekrechtelijke instrumenten 2. Privaatrechtelijke instrumenten 3. Feitelijke instrumenten |
Benoem de drie vormen van publiekrechtelijke instrumenten. | De vormen: 1. Onteigening en financiële verplichtingen (zoals belastingen) 2. Eenzijdig dwingende maatregelen (geboden, verboden, ontheffingen en vergunningen) 3. Subsidies, uitkeringen en toeslagen |
Benoem de kenmerken van de eenzijdig dwingende maatregel. | De kenmerken: 1. Geboden/verboden/mengvorm 2. Verplichting bestaat uit algemeen of individueel gebod/verbod - Bijv. individuele verplichting --> meldingsplicht/gebiedsverbod - Bijv. algemene verplichting --> houders van honden mogen hier geen hond uitlaten 3. Vergunning/ontheffing --> voorwaarden voldaan, hierna verlening - Kijk naar voorschriften, beperkingen, specialiteitsbeginsel (doel) en keerzijde |
Benoem de kenmerken van de eenzijdig dwingende maatregelen en de Awb. | De kenmerken: 1. Geboden/verboden --> AVV 2. H2 & 3, let wel: art. 3:1 lid 1 Awb + bijz. wetgeving vormen uitzonderingen 3. Legaliteitsvereiste (vooral belastend optreden) 4. Verlening, wijziging en intrekking van vergunning (ontheffing, beschikking) --> H2, 3, Titel 4.1 Awb + bijz. wetgeving |
Benoem de drie voorwaarden m.b.t. het belang van het Unierecht. | De voorwaarden: 1. Het vergunningsstelsel heeft geen discriminerende werking jegens de betrokken dienstverrichter; 2. De behoefte aan een vergunningsstelsel is gerechtvaardigd om een dwingende reden van algemeen belang; 3. Het nagestreefde doel kan niet door een minder beperkende maatregel worden bereikt, met name omdat een controle achteraf te laat zou komen om werkelijk doeltreffend te zijn |
Benoem de kenmerken van de subsidies. | De kenmerken: 1. Titel 4.2 - Zie art. 4:21 e.v. Awb 2. Normering --> H2, 3, Titel 4.1 jo. 4.2 Awb en bijz. wetgeving 3. Drie fasen: - Subsidieverlening - Subsidievaststelling - Betaling (en terugvordering) |
Benoem de kenmerken van de uitkering. | De kenmerken: 1. Waaraan je je uitkering besteedt, ligt geheel aan jezelf (geen specifieke bestemming) 2. Geen specifieke regeling in Awb --> H2, 3, Titel 4.1 + bijz. wetgeving 3. Openeinderegeling...? |
Benoem de vormen van overeenkomst van privaatrechtelijke middelen. | De vormen: 1. Overeenkomsten voor gewoon gebruik (beleidsneutraal) - Vb.: Aanschaf kantoormateriaal 2. Overeenkomsten voor beleidsmatig gebruik (om overheidsbeleid te realiseren) - Beleidsovereenkomsten (contracteren over privaatrechtelijk) -Vb.: Verkoop van gemeentegrond aan projectontwikkelaar met oogmerk tot realisatie van sociale huurwoning - Bevoegdhedenovereenkomsten (contracteren over publiekrechtelijke bevoegdheid) -Vb.: Overeenkomst over gebruik van bevoegdheid tot wijziging bestemmingsplan (ABRvS Speelautomatenhal Vlaardingen) |
Definieer de andere privaatrechtelijke middelen. | De middelen: 1. Uitoefenen van eigendomsrecht - Publiek domein: publieke bestemming van de grond kan grenzen stellen aan de uitoefening van privaatrechtelijke eigendomsrecht door overheid (bijv. openbare weg) - Instellen van actie uit OD 2. Feitelijke middelen - Binnentreden van woningen - Realiseren van infrastructurele voorzieningen (aanleg van wegen, dijken, etc.) - Overheidsvoorlichting |
Benoem de relevante normeringsbepalingen voor de privaatrechtelijke en feitelijke middelen. | H2, H3 (art. 3:1 lid 2 Awb: aard van de handeling) + bijz. wetgeving + BW voor privaatrechtelijk handelen |
Moet de overheid publiekrecht of privaatrecht gebruiken? | Zie nader: 1. Uitgangspunt --> wat zegt de wet (legaliteitsvereiste) 2. Windmill-arrest (niet voorgeschreven): - Geen publieke regeling --> privaatrechtelijke regeling mag die regeling niet op onaanvaardbare wijze doorkruisen - Onaanvaardbare doorkruising: - Inhoud en strekking van de publiekrechtelijke regeling - Bescherming van belangen van burgers in publiekrechtelijke regeling - Vergelijkbaar resultaat met publiekrechtelijke regeling? |
Benoem de soorten beschikkingen. | De soorten: 1. Begunstigende en belastende beschikkingen 2. Vrije en gebonden beschikkingen 3. Aflopende en duurzame beschikkingen |
Definieer begunstigende en belastende beschikkingen. | De kenmerken: 1. Begunstigend --> rechten / Belastend --> plichten 2. Vaak is een vergunning bijv. een mengvorm (begunstiging en belasting) 3. Verschil tussen belastend en begunstigend: - Belastend (basis in de wet) / Begunstigend (hoeft niet per se?) - Intrekking belastend mag eerder (voordeel burger) - Het toekennen van terugwerkende kracht aan een belastende beschikking is bezwaarlijk, toekenning van TK bij begunstigend niet - Belastende beschikking moet altijd worden gemotiveerd, begunstigend niet altijd |
Definieer de vrije en gebonden beschikkingen. | De kenmerken: 1. Vrije beschikking --> wet is niet duidelijk, orgaan mag invullen (wel belangen en gelijkheidsbeginsel in acht nemen) 2. Gebonden beschikking --> wet bepaalt alles 3. Rechter toets terughoudend bij vrije beschikking, maar volledig bij gebonden beschikking |
Definieer de aflopende en duurzame beschikking. | Aflopende beschikkingen werken slechts gedurende een beperkte periode, veelal omdat ze betrekking hebben op kort durende activiteiten. |
Definieer voorschriften, voorwaarden en beperkingen. | Zie nader: 1. Voorschriften: verbonden aan een begunstigende beschikking 2. Voorwaarden - Opschortende: - Ontbindende: 3. Beperkingen: begrenzingen van een beschikking naar tijd of plaats |
Definieer de intrekking en wijziging m.b.t. beschikkingen. | De kenmerken: 1. Onderscheid: - Terugwerkende kracht (terugneming, begunstigend is lastig hiermee) - Intrekken voor toekomst (opzeggen) 2. Geen regels m.b.t. intrekking en wijziging o.b.v. Awb 3. Intrekking gebonden beschikking --> wettelijke grondslag |
Benoem de verdere preciseringen van het intrekken en wijzigen van beschikkingen. | Zie nader: 1. Bij het onjuist opgeven van informatie kan een begunstigende beschikking worden ingetrokken zonder wettelijk voorschrift (o.g.v. onrechtmatig gedrag terugnemen) 2. Indien een orgaan bij juiste gegevensverstrekking een beschikking geeft, mag het deze intrekken zonder wettelijke grondslag (alleen als belanghebbende dit hoorde te weten) 3. Opzeggen mag wanneer belanghebbende niet wist van situatie, maar gebonden beschikking wel met wettelijke grondslag 4. Intrekking mag bij verandering van inzicht (opzegging) - Vrije beschikking --> geen wettelijke grondslag - Gebonden beschikking --> wettelijke grondslag 5. Reden voor intrekking van een begunstigende beschikking kan ook zijn dat de begunstigde niet meer voldoet aan bepaalde wettelijke vereisten. Wettelijke grondslag is vaak niet nodig, maar bestaat wel 6. De reden voor intrekking kan ook liggen in het OG van de betrokkene na verlening van de beschikking. Intrekking is dan de sanctie. Opzegging en terugnemen kan beide. |