You are in browse mode. You must login to use MEMORY

level: Level 1 of 2.1.

Questions and Answers List

level questions: Level 1 of 2.1.

Question	Answer
quel types	informatif, narratif, persuasif (argumentatif), prescriptif, artistique-littéraire
mollig	enrobé(e)
lichaamstaal	gestuelle
bereikbaar voor (ieder)	à la portée de (tous)
overwoekerend	tout en friche et en broussailles
toegang	accéder, entrer
zagen, klagen	râler
een beugel, blokjes	un appareil dentaire
een zelfverzekerdheid	une assurance
een weegschaal	une balance
aankomen	prendre du poids
de schoonheid	la beauté
een puist	un bouton
een overtuiging	une conviction
een laag	une couche
een wens, verlangen	un désir
een dikke laag	une couche épaisse
een uitzending	une émission
het non-verbaalgedrag	la gestuelle
een spiegel	une glace
een boodschapper	un messager
een voorkomen, uiterlijk	un physique
een voorstelling	une représentation
beeldschoon, een stuk	canon
toekennen, verlenen	accorder
aanbrengen	appliquer
bijdragen tot	contribuer à
vernielen	détruire
onderhouden	entretenir
opmaken, schminken	farder
complimenten verdienen	mériter des compliments
geld verdienen	faire de l'argent
aangegaan, aangeknoopt worden	nouer (se)
waarnemen, opmerken	percevoir
stralen	rayonner
(iemand iets) verwijten	reprocher (qqc à qqn)
vvoelen, gewaarworden, ondervinden	ressentir
verleiden	séduire
boos zijn op iemand	être faché contre quelq'un
kort	brièvement
braakliggend	en friche
een stand van zaken opmaken	faire le point
tot (zijn) recht laten komen, de nadruk leggen op	mettre en valeur
een houding, uitstraling	une allure
het opmaken, de make-up	le maquillage
de rode lippenstift	le rouge à lèvres
een figuur, silhouet	une silhouette
plat	plat(e)
weerspiegelen, reflecteren	refléter
een conditie	une condition physique
fysica	la physique