SEARCH
You are in browse mode. You must login to use MEMORY

   Log in to start

level: Level 1

Questions and Answers List

level questions: Level 1

QuestionAnswer
Welke hoofdstukken zijn relevant voor de rechtsbescherming van een belanghebbende?Hoofdstukken 6-9 Awb.
Benoem de OPERA-criteria m.b.t. belanghebbendheid.OPERA: 1. Objectief bepaalbaar belang - Geen subjectiviteit zoals smaak, gedachten of eer (objectief bepaalbaar) 2. Persoonlijk belang - Onderscheidbaar zijn van andermans belang - Kring van belanghebbenden wordt groter naar mate feitelijke gevolgen groter zijn - Problematiek bij B.A.S., Besluiten ruimtelijk effect (zicht, geluid, hinder, etc) & concurrentiebelang (hetzelfde marktsegment/verzorgingsgebied) 3. Eigen belang - Je eigen belang moet het betreffen 4. Rechtstreeks belang - Voldoende causaal verband tussen de gevolgen van besluit en belangen van belanghebbende - Geen rechtstreeks belang, indien iemands belang afgeleid is van het belang van een ander waarmee hij in een contractuele relatie staat 5. Actueel belang (belang bestaat op moment van het gemaakte besluit)
De belanghebbende kan ook een rechtspersoon zijn, noem de eisen voor belanghebbendheid bij een rechtspersoon.De eisen: 1. Rechtspersoonlijkheid - BW 2 - Indien geen notariële akte - Ledenbestand met ledenadministratie en contributie - Ledenvergadering, bestuur en samenwerking (voldoende organisatie) - Deelneemt aan rechtsverkeer in een eenheid 2. Voldoende specifieke statutaire doelstelling - Algemene/collectieve belangen behartigen o.b.v. doelstellingen - 'In het bijzonder' belangen behartigen, niet zomaar 3. Feitelijke werkzaamheden - Rechtspersoon is daadwerkelijk bezig met doelstellingen te realiseren 4. Causaal verband (besluit - statutaire belangen)
Definieer het relativiteitsvereiste.Art. 8:69a Awb stelt dat een bestuursrechter een besluit niet kan vernietigen indien de belanghebbende stelt dat een regeling in strijd handelt met zijn belang, maar deze regeling dat kennelijk niet doen.
Benoem de vormen van rechtsbescherming.De vormen: 1. Bezwaar (art. 1:5 lid 1 Awb) 2. Administratief beroep (art. 1:5 lid 2 Awb) 3. Beroep bij de bestuursrechter (art. 1:4 jo. 1:5 lid 3 Awb) - Beroep in eerste aanleg --> tegen een besluit - HB: tegen een uitspraak
Benoem de kenmerken van bezwaar.De kenmerken: 1. Belanghebbende dient bezwaarschrift in 2. Bestuursorgaan dient besluit volledig te heroverwegen (rechtmatigheid & doelmatigheid toetsen) 3. Ex nunc (actuele omstandigheden, ex nu) 4. Nieuw besluit o.g.v. art. 7:11 Awb 5. Uitzondering: art. 7:1 Awb
Benoem de kenmerken van administratief beroep.De kenmerken: 1. Het vragen van een voorziening bij een ander bestuursorgaan dan het orgaan dat het besluit heeft genomen 2. Ander orgaan toetst dan rechtmatigheid en doelmatigheid (terughoudend) 3. Ex nunc (actuele omstandigheden, ex nu) 4. Beroepsorgaan neemt nieuw besluit 5. Komt amper meer voor
Benoem de kenmerken van beroep bij de bestuursrechter.De kenmerken: 1. Toetst alleen op rechtmatigheid (geen doelmatigheid, want Trias) 2. Art. 3:4 Awb --> algemene/bijzondere belangen worden afgewogen 3. Ex tunc (oude omstandigheden, ex toen) 4. Vaak terugverwijzing naar bo. (die toetst dan weer ex nunc) 5. Rechter kan zelf in zaak voorzien
Benoem de zes vragen van het systeem van rechtsbescherming.De zes vragen: 1. Waartegen staat rechtsbescherming open? - Art. 8:1 e.v. Awb 2. Voor wie? - Belanghebbende (toets OPERA) - Procesbelang of inhoudelijk belang? 3. Bij welke instantie? - Hoofdregels: vóór de rechter komt bezwaar, beroep bij RB, beroep in twee instanties - Art. 7:1 lid 1 Awb / Art. 8:6 Awb - CRvB, CBb of ABRvS 4. Binnen welke termijn moeten bezwaar en beroep worden ingesteld? 5. Hoe verlopen de diverse procedures? 6. Welk resultaat kan in de onderscheiden procedures worden bereikt?
Wanneer is de burgerlijke rechter bevoegd?Zie hiervoor art. 112 Gw. Belanghebbende (burger) is echter niet-ontvankelijk, indien een bestuursrechtelijke rechtsgang openstaat.
Benoem de kenmerken van formele rechtskracht.De kenmerken: 1. Als de bestuursrechtelijke rechtsgang niet (of zonder succes) is doorlopen ,gaat de burgerlijke rechter bij een vordering tot schadevergoeding uit van de rechtmatigheid van het besluit van het bestuursorgaan 2. Uitzondering - Naderhand geeft bo. aan dat ze een verkeerd besluit hebben genomen
Na welke hoogte van de schadevergoeding is de bestuursrechter niet meer ontvankelijk?25.000, aldus art. 8:89 lid 2 Awb.
Benoem de twee soorten klachtrechten.De rechten: 1. Intern klachtrecht (bij klachtencommissie van het desbetreffende orgaan) 2. Extern klachtrecht (bij een onafhankelijk, krachtens de wet ingestelde ombudsman)
Benoem de kenmerken van intern klachtrecht.De kenmerken: 1. Klacht bij bestuursorgaan 2. Minimumeisen o.g.v. art. 9:1 e.v. Awb 3. Art. 9:13 e.v. Awb biedt mogelijkheid voor opdracht van je klacht 4. Advies van commissie, maar bo. beslist
Benoem de kenmerken van extern klachtrecht.De kenmerken: 1. Zie hiervoor art. 9:17 e.v. Awb 2. Wet Nationale ombudsman --> nationale ombudsman zijn bevoegdheden 3. Decentrale overheden kunnen een ombudsman aanstellen, doen ze dit niet --> nationale ombudsman 4. Zie voor (on)bevoegdheden de wet