SEARCH
🇬🇧
MEM
O
RY
.COM
4.37.48
Guest
Log In
Homepage
0
0
0
0
0
Create Course
Courses
Last Played
Dashboard
Notifications
Classrooms
Folders
Exams
Custom Exams
Help
Leaderboard
Shop
Awards
Forum
Friends
Subjects
Dark mode
User ID: 999999
Version: 4.37.48
www.memory.co.uk
You are in browse mode. You must login to use
MEM
O
RY
Log in to start
Index
»
Dutch 1000 words of level A2
»
Nouns
»
Level 3
level: Level 3
Questions and Answers List
level questions: Level 3
Question
Answer
the break
de pauze
the homework
het huiswerk
the education
het onderwijs
the primary school (elementary)
de basisschool
the high school
de middelbare school
the report
het rapport
the kindergarten
de kleuterschool
the secret
het geheim
the sex
de seks
the foot
de voet
the heel
de hiel
the knee
de knie
the butt
de bil
the back
de rug
the bellybutton
de navel
the belly
de buik
the fist
de vuist
the pinky
de pink
the ring finger
de ringvinger
the middle finger
de middelvinger
the index finger
de wijsvinger
the thumb
de duim
the finger
de vinger
the hand
de hand
the wrist
de pols
the elbow
de elleboog
the toe
de teen
the shoulder
de schouder
the heart
het hart
the breast
de borst
the neck (back)
de nek
the throat
de keel
the arm
de arm
the neck (front)
de hals
the tooth
de tand
the tongue
de tong
the lip
de lip
the mouth
de mond
the cheek
de wang
the nose
de neus
the eye
het oog
the ear
het oor
the subject
het vak
the diploma
het diploma
the language
de taal
the assignment
de opdacht
the discussion
het gespek
the task
de taak
the text
de tekst
the answer
het antwoord
the problem
het probleem
the mistake
de fout
the eraser
de gum
the grammar
de grammatica
the working week
de werkweek
the outdoor activity
de buitenactiviteit
the neck
de nek
the hair
het haar
the head
het hoofd
the body
het lichaam
the school agenda
de schoolagenda
the face
het gezicht
the research
het onderzoek
the tax
de belasting
the municipality
de gemeente
the company
het bedrijf
the possibility
de mogelijkheid
the opinion
de mening
the appointment
de afspraak
the marriage
het huwelijk
the identity card
de identiteistkaart
the identity
de identiteit
the passport
het paspoort
the nationality
de nationaliteit
the age
de leeftijd
the signature
de handtekening
the phone number
het telefoonnummer
the date of birth
de geboortedatum
the mother language
de moedertaal
the land
het land
the residence
de woonplaats
the postal code
de postcode
the house number
het huisnummer
the address
het adres
the last name
de achternaam
the agenda
de agenda
the form
het formulier
the difference
de apartheid
the grave
het graf
the leg
het been
the test
de toets
the performance
de voorstelling
the pigeon
de duif
doghouse
het hondenhok
the pig
het varken
the chick
het kuiken
the tusk
de slagtand
the trunk
de slurf
the bull
de stier
the course
de cursus
the solution
de oplossing
the result
het resultat
the experience
de ervaring
the guidance
de begeleiding
the playground
het schoolplein
the bag/ thing, subject, point
de zak
the contribution
de bijdrage
the possibility
de mogelijkheid
the choice
de keuze
the difference
het verschil
the ID
het identiteitsbewijs
The little box
het doosje
the box
de doos
the cabinet
het kastje
the locker
het kluistje
the canal
de gracht
the channel
het kanaal
the nursery
de crèche
the nursery
de kinderdagverblijf
the terrain
het terrein
the exam
het examen