Wat is de definitie van 'recht'? En hoe verschilt dit van moraal? | Het recht is het geheel van regels en normen dat het maatschappelijke verkeer leidt en zorgt dat er een oplossing komt als mensen zich niet gedragen zoals wordt verwacht.
Recht is afdwingbaar en bemoeit zich met uiterlijke gedragingen, bij het overtreden staan hier sancties tegenover. Moraal daarentegen is niet afdwingbaar en gaat over innerlijke houding, op de overtreding staat meestal geen sancties. |
Wat is het onderscheidt tussen objectief- en subjectief recht? | - Objectief recht: een geheel van geldende regels of normen die geldt in een samenleving.
- Subjectief recht: persoonlijke bevoegdheden die worden ontleend aan het objectieve recht, individuele bevoegdheden die een mens heeft. |
Wat is het onderscheidt tussen 'natuurrecht' (ius constituendum) en 'positief recht' (ius positivum)? | - Natuurrecht: het ideale recht, zoals wij zouden willen dat het geldt/zoals het zou moeten zijn. dit is hoger recht, ongeschreven rechtsbeginselen als toetssteen voor de geldigheid van wetten. Rechten die mensen van nature toekomen.
- Positief recht: het geheel van het recht dat door de staat is afgevaardigd. wordt door een bevoegde instantie, volgens vaste procedures, met dwang gehandhaafd. |
Wat zijn drie verschillen tussen het publiek- en het privaatrecht? | 1. Bij het publiekrecht staat algemeen belang centraal; bij het privaatrecht staan particulieren belangen van individuen centraal.
2. Bij publiekrecht is er een verticale verhouding tussen burger en overheid (geen gelijke partijen); bij privaatrecht is er een horizontale verhouding tussen burgers (wel gelijke partijen).
3. Bij publiekrecht ligt het initiatief van handhaving bij de overheid; bij het privaatrecht ligt dit initiatief bij de burgers. |
Wat is het verschil tussen dwingend- en aanvullend-/regelend recht? | - Dwingend recht: regels waar niet van afgeweken mag worden. Ook niet als er andere afspraken zijn gemaakt.
- Aanvullend-/regelend recht: als er onderling geen afspraken zijn gemaakt, dan geldt het aanvullende recht. |
Wat is het verschil tussen formeel- en materieel recht? En wat is het verschil tussen een wet in formele- en een wet in materiële zin? | - Formeel recht: processueel, formeel recht bepaald hoe het materieel recht wordt gerealiseerd.
- Materieel recht: inhoudelijk recht, betreft de gedragingen van mensen (wat wel en niet mag).
- Wet in formele zin: een gezamenlijk besluit van de regering en de Staten-Generaal.
- Wet in materiële zin: meer inhoudelijk, voor ieder verbindende bepalingen: voor iedereen en herhaaldelijk toepasbaar. |
Wat zijn de rechtsgebieden? | - Publiekrecht: Staatsrecht, Strafrecht, Bestuursrecht.
- Privaatrecht: Familierecht, Personenrecht, Vermogensrecht. |
Wat zijn kenmerken van het privaatrecht? | 1. Overeenkomsten waar wederzijdse rechten en verplichtingen uit voort vloeien staan centraal.
2. Familierecht: niet op geld waardeerbare rechten.
3. Vermogensrecht: wel op geld waardeerbare betrekkingen van de mens centraal.
4. Obligatoire overeenkomst = een verbintenis scheppende overeenkomst.
5. Onrechtmatige daad kan ook verplichtingen scheppen. |
Wat zijn kenmerken van het strafrecht? | 1. Strafrecht als ultimum remedium.
2. Sanctierecht, gericht op bewuste leedtoevoeging.
3. Onderscheidt tussen misdrijven en overtredingen.
4. Onderscheidt tussen doleuze delicten (opzet) en culpoze delicten (schuld). |
Wat zijn kenmerken van het staatsrecht? | 1. De belangrijkste regels van de nationale ordening van het overheidsapparaat, van de invloed van de burgers hierop, van burgerlijke rechten en vrijheden.
2. Verschil Grondwet en Constitutie (GW + ongeschreven recht)
3. Organieke wetten: wetten die een uitwerking geven van art. uit de GW.
4. Nederland als constitutionele monarchie met parlementair stelsel.
5. Nederland als gedecentraliseerde eenheidsstaat (territoriale en functionele)
6. Verschil autonomie (regeling en bestuur van de eigen huishouding wordt aan lagere instellingen overgelaten) en medebewind (lagere instelling werkt mee aan de uitvoering van een hogere regeling). |
Wat zijn kenmerken van het bestuursrecht? | 1. Een geheel van rechtsregels dat betrekking heeft op de bestuurstaak van de overheid.
2. Gaat over de connectie tussen overheid en burger.
3. Algemene beginselen van behoorlijk bestuur (abbb). |
Noem de vier formele rechtsbronnen. | 1. Het verdrag;
2. De wet;
3. De rechtspraak;
4. De gewoonte. |
Noem drie regels om de wettenhiërarchie vast te stellen. | 1. Lex superior: hogere wetgeving voor lagere wetgeving.
2. Lex posterior: latere wetgeving voor eerdere wetgeving.
3. Lex specialis: bijzondere wetgeving voor algemene wetgeving. |
Wat is het verschil tussen Common law en Civil law? | - Common law: uitspraken van de rechter staan centraal, hangt veel gewicht aan.
- civil law: de wet staat centraal. |
Wat is het rechterlijke toetsingsverbod van art. 120 GW en waarom hebben we dit? | - De rechter mag de grondwettelijkheid van wetten en verdragen niet toetsen.
- Waarom? (1) democratie (rechter is voor het leven benoemd, wetgever is democratisch verkozen); (2) rechtszekerheid; (3) trias politica waarborgen; (4) legisme |
Wanneer kunnen we van gewoonte als rechtsbron spreken? | 1. Usus: herhaling van de gedraging;
2. Opinio necessitatis: overtuiging dat men zich zo behoort te gedragen als gevolg van een rechtsplicht. |
Hoe komt een verdrag tot stand? | 1. Onderhandelingen door vertegenwoordigers;
2. Sluiten van verdrag (inhoud vaststellen en ondertekenen);
3. Goedkeuring Staten-Generaal (uitdrukkelijk of stilzwijgend);
4. Ratificatie of bekrachtiging;
5. Bekendmaking in Tractatenblad. |
Wat is het verschil tussen een dualistische en monistische doorwerking van verdragen? | - Dualisme: nationaal en internationaal recht compleet gescheiden. Transformatieleer: het internationale recht moet eerst worden getransformeerd tot nationaal recht.
- Monisme: nationaal en internationaal recht zijn een systeem. Internationaal recht werkt direct door. (NL --> art. 93 GW). |
Wat is het verschil tussen normatieve- niet-normatieve- en kwalificatieregels? | - Regels die het gedrag van burgers, bedrijven en overheid normeren en reguleren.
- Verwijzingsregels, schakelbepalingen, juridische constructies en ficties.
- Deze zijn gericht tot de toepasser van de regel. |
Wat zijn de drie modaliteiten van normatieve regels? | 1. Verbod: je mag iets niet doen.
2. Gebod: je moet iets doen.
3. Verlof: je mag iets doen, het is niet verboden maar ook niet verplicht. |