SEARCH
You are in browse mode. You must login to use MEMORY

   Log in to start

level: Level 1 of Week 6: Internationaal publiekrecht

Questions and Answers List

level questions: Level 1 of Week 6: Internationaal publiekrecht

QuestionAnswer
Wat is rechtsvergelijking?Het vergelijken van twee of meer landen op rechtsgebied, -stelsels/families, -beginselen en -regels. - Rechtsfamilies: Common law (rechtersrecht) en Civil law (wettenrecht). - Probleem: taal, en toepassen van eigen visie op vreemde rechtsstelsels.
Wat is het nut van rechtsvergelijking?1. Begrijpen van de aard van het rechtsbegrip (in rechtsfilosofische reflectie); 2. Middel om ons eigen, nationale recht beter te begrijpen en te verbeteren; 3. Middel dat ons iets leert over rechtsstelsels van andere volken; 4. Van belang bij het interpreteren van internationaal recht.
Hoe onderscheidt het klassiek internationaal publiekrecht (volkenrecht) zich van het modern internationaal publiekrecht?- Klassiek: bevat regels voor betrekkingen tussen staten; recht van co-existentie. - Modern: regelt de verhouding tussen staten enerzijds en internationale organisaties anderzijds en de verhouding tussen staat en individu; recht van coöperatie.
Wat zijn de bronnen van het internationaal recht?Art. 38 Statuut van het Internationaal Gerechtshof: 1. Verdragen; 2. Internationaal gewoonterecht; 3. Algemene rechtsbeginselen; 4. Rechterlijke beslissingen; (5. Doctrine: opvattingen van meest gezaghebbende auteurs).
Wat zijn de subjecten van het internationaal recht?1. Staten (territoir, bevolking, regering die effectief gezag uitoefent); 2. Internationale organisaties (intergouvernementeel: opgericht door staten, wel subject; non-intergouvernementeel: opgericht door particulieren, niet volkenrechtssubject); 3. Individuen.
Wat zijn kenmerken van het internationaal rechtssysteem?1. Geen wereldwetgever; 2. Geen wereldrechter; 3. Geen wereldregering.
Wat wordt bedoeld met de soevereiniteit van staten?- Interne soevereiniteit: de staat heeft binnen zijn gebied de hoogste macht; - Externe soevereiniteit: staten zijn onafhankelijk en gelijk en kunnen slechts aan het internationaal recht gebonden worden door instemming; - Non-interventiebeginsel: het is staten verboden zich met elkaars interne aangelegenheden in te laten (art. 2 lid 7 VN-Handvest); - Geweldsverbod: staten dienen zich in hun onderlinge betrekkingen te onthouden van geweld (art. 2 lid 3 VN-Handvest).
Waarom wordt internationaal recht dan toch nageleefd?- Afwezigheid wereldrechter; - Behoefte aan stabiliteit en voorspelbaarheid; - Beginsel van reciprociteit (angst voor tegenmaatregelen); - Toegenomen interdependentie (afhankelijkheid); - Kan je buren niet kiezen, dus goed contact houden.
Wat is het verschil tussen een monistisch- en een dualistisch stelsel?- Monisme: het internationale en nationale systeem zijn niet gescheiden, internationale regels hebben direct doorwerking in het nationaal recht. - Dualisme: het internationale en nationale systeem zijn gescheiden, het internationale recht kan nooit rechtstreeks doorwerken, het moet eerst worden omgezet naar een nationale wetgeving.
Beschrijf de twee benaderingen van het concept van mensenrechten.1. Filosofisch- ethische benadering: fundamentele waarden die door het recht zouden moeten worden geschermd of waarop het recht is gebaseerd, verzekeren een menswaardig bestaan. 2. Structureel-vergelijkende-/moderne benadering: men probeert de structuur van mensenrechten te vergelijken met verschijnselen die erop lijken, worden geplaatst tussen het natuurrecht en het positieve recht.
Wat zijn de kenmerken van mensenrechten?1. Hoger recht; 2. Gecodificeerd hoger recht; 3. Rigide recht; 4. Afdwingbaarheid voor de rechter; 5. Universaliteit.
Wat is het verschil tussen vredes-, neutraliteits- en oorlogsrecht?1. regelt de betrekkingen tussen landen die met elkaar in vrede leven; 2. regent betrekkingen tussen landen die enerzijds oorlog voeren en de landen die onzijdig zijn; 2. regelt de betrekkingen tussen landen tijdens oorlog (ius ad bellum: ziet op oorlog voeren als zodanig; ius in bello: humanitair, regelt op welke manier de partijen oorlog mogen voeren).