Wat brengt het sociologische perspectief met zich mee? | Dat we het bekende idee dat we zelf bepalen hoe ons leven eruitziet, moeten loslaten voor de in eerste instantie vreemde gedachte dat de samenleving onze beslissingen en ervaringen beïnvloed. |
Wat is de sociologische verbeeldingskracht van Mills? | Sociologische verbeeldingskracht als persoonlijk- of als maatschappelijk probleem. Door persoonlijke problemen om te zetten in maatschappelijke problemen kunnen trends en patronen vastgesteld worden. |
Wat is de wet van drie stadia? | 1. theologisch stadium (god voor alles wat we niet konden verklaren; tot 1350);
2. metafysisch stadium (ziel en reden gingen meer de boventoon voeren; 1500);
3. positivistisch stadium (nakijken naar hoe we fenomenen kunnen verklaren aan de hand van systematische methoden). |
Adam Smith versus Karl Marx | Toename van welvaart voor iedereen in vrije markten (iedereen heeft er baat bij) versus ongelijkheden door kapitalisering ten koste van arbeidende klasse; lonen van arbeidende klasse dalen (ongelijkheden groeien ook als iedereen erop vooruitgaat) (verelendung) |
Hoe spreekt Durkheim over sociale groepen en cohesie? | - sociale veranderingen resulteren in verschillende onderliggende bindingen tussen mensen (cohesie)
- modernisering/industrialisering leidt tot toenemende arbeidsverdeling (van mechanische naar organische solidariteit)
- Risico op anomie door toename diversiteit |
Welke sociale veranderingen (/processen van rationalisering) benadrukt Weber? Noem ook de voor- en nadelen. | 1. Industrialisering
2. Groei van steden
3. Politieke veranderingen
- sociale veranderingen door processen van rationalisering (verschuiving in manier van denken)
- Voordeel: wetenschap kan technologische en organisatorische wonderen voortbrengen
- Nadeel: iron cage: samenleving als een ijzeren kooi van efficiëntie, stroomlijning, regels en bureaucratie; gevaar voor menselijke vrijheid |
Wat is het verschil tussen 'between-individual analysis' en 'within-individual analysis'? | between = tussen twee individuen; waarom de een wel, maar de ander niet; rol sociale context in ongelijkheid en verschillen in gedrag
within = veranderingen in individuen; life course; sociale processen houden verband met levenstransities. |