| Wat is tonische immobiliteit? | = verstijving in een angstsituatie; controleverlies van het lichaam; kan optreden nadat fight en flight onmogelijk lijken. |
| Kan tonische immobiliteit evolutionair als nuttig worden gezien? | - aan de ene kant wel: het kan de aanvaller van zijn stuk brengen; je bloeddruk verlaagd waardoor je minder snel doodbloedt
- aan de andere kant niet: de aanvaller kan makkelijk toeslaan |
| Wat is het verschil tussen freezing en tonische immobiliteit? | freeze = poging jager te ontlopen; voorbereiden op flight/fight; actieve houding en responsief op stimuli
ti = na flight/fight; laatste kans; geen reactie op pijn |
| Wat is her verschil tussen aangeleerde hulpeloosheid en tonische immobiliteit? | ah: aangeleerd; fysiek in staat tot bewegen
ti: aangeboren; lichaam werkt niet; abrupt begin/einde |
| Van welke factoren hangt het feit of je in een staat van tonische immobiliteit zal treden af? | - oogcontact met de dader (meer idee van controle)
- heb je zo'n situatie al eerder meegemaakt
- heb je ti al eens meegemaakt
- je eigen temperament |
| Wat is het verschil tussen mensen en dieren als het over tonische immobiliteit gaat? | mensen ervaren emoties anders en maken gebruik van taal, en kunnen om hulp roepen. taal voegt een andere dimensie toe als je in een TI-status zit. |
| Waarom is het belanden in een TI-status vooral onprettig bij verkrachtingen? | Alleen niet instemmen is volgens de wet niet genoeg om van verkrachting te preken. wanneer iemand in een status van TI beland en zich dus niet meer kan verzetten, kan deze persoon geen aangifte van verkrachting doen. (er ligt een wet op tafel om dit te veranderen) |
| Waarom is het problematisch dat we zo'n specifiek beeld van (ideale) slachtoffers hebben? | - trauma uit zich bij iedereen anders;
- niet ieder slachtoffer is verdrietig, er zijn andere emoties - emotional victim effect;
- sommige slachtoffers ervaren mogelijk zelfs groei;
- als we die diversiteit negeren, lopen slachtoffers het risico niet de juiste hulp te ontvangen. |
| Op verschillende plaatsen in de tekst van Tedeschi & Calhoun worden kenmerken van posttraumatische groei besproken. Bespreek enkele van deze kenmerken. | - de groei is niet het directe gevolg van de slachtofferervaring. het gaat om een positieve verandering die het gevolg is van worsteling met de nieuwe situatie die door de ervaring is ontstaan;
- de positieve verandering leidt tot een verbetering ten opzichte van de situatie vóór slachtofferschap;
- de groei treedt alleen op na gebeurtenissen die cognitieve schema's van het slachtoffer aanzienlijk hebben bedreigd (assumptive world);
- de bedreiging van cognitieve schema's gaat gepaard met veel stress;
- deze stress is noodzakelijke voorwaarde voor groei;
- groeien in een cognitief proces. cognitieve schema's en levensdoelen moeten bewust worden aangepast aan de nieuwe situatie. |
| Waarom denken Tedeschi & Colhoun dat de persoonlijkheidstrekken hardiness en sense of coherence niet (positief) samenhangen met posttraumatische groei? | H= deze mensen zijn doorpakkers en hebben vertrouwen in sturing van hun leven;
SoC= deze mensen geven betekenis aan het leven. kunnen goed met stress omgaan door dit een plaats te geven.
mensen met deze persoonlijkheidstrekken zullen minder stress ervaren door een slachtofferervaring, omdat zij beter dan andere in staat zijn met slachtofferervaringen om te gaan (coping). omdat stress een voorwaarde is voor groei, zullen zij minder groei ervaren. |
| Wat bedoelen Tedeschi & Colhoun met de curvilineaire relatie tussen psychological fitness en posttraumatische groei? | dit betekent dat mensen die psychologisch fit zijn en mensen die dat helemaal niet zijn geen groei zullen ervaren. de eerste groep ervaart te weinig stress ten gevolge van de slachtoffergebeurtenis om te kunnen groeien en de tweede teveel.
om groei te ervaren is stress weliswaar noodzakelijk, maar niet in zodanige mate dat men überhaupt niet in staat is tot het aanpassen van cognitieve schema's en levensdoelen. |
| Waarom denken Tedeschi & Calhou dat jongeren minder én meer posttraumatische groei na een traumatische gebeurtenis zullen ervaren dan ouderen? | minder: omdat hun cognitieve schema's niet volledig tot ontwikkeling zijn gekomen.
meer: omdat zij meer open staan voor het leren van nieuwe lessen. |
| Welke 5 domeinen van posttraumatische groei kunnen worden onderscheiden? | 1. een grotere waardering voor het leven en een verandering in ervaren prioriteiten;
2. warmere en intiemere relaties met anderen;
3. een groter besef van persoonlijke kracht;
4. het erkennen van nieuwe mogelijkheden of levenspaden;
5. spirituele ontwikkeling. |
| Waarom is social support een belangrijke katalysator van posttraumatische groei? | het helpt slachtoffers om een 'narratief' te creëren over de nieuwe ontstane situatie en stelt hen in staat op een andere manier tegen deze situatie aan te kijken en, daardoor, hun cognitieve schema's aan te passen. |
| Waarom heeft eerder onderzoek geen (negatieve) relatie tussen (psychological) distress en posttraumatische groei gevonden? | omdat sommige mensen die groei ervaren de negatieve aspecten van de slachtofferervaring (en de daarmee gepaard gaande stress) ontkennen, terwijl andere mensen die groei ervaren dat juist niet doen.
een andere reden is dat groei niet hetzelfde is als emotioneel welbevinden (groei stopt de stress niet).
wellicht: onderzoek kijkt lineair, terwijl de relatie curvilineair zou kunnen zijn. |
| Waarom zouden therapeutische interventies gericht op stressreductie weleens belemmerend kunnen zijn voor het ontwikkelen van posttraumatische groei? | therapeutische interventies zijn gericht op stressreductie. dat staat, op de lange termijn, het ervaren van groei in de weg. daarvoor is immers een bepaalde mate van stress noodzakelijk. |
