SEARCH
🇬🇧
MEM
O
RY
.COM
4.37.48
Guest
Log In
Homepage
0
0
0
0
0
Create Course
Courses
Last Played
Dashboard
Notifications
Classrooms
Folders
Exams
Custom Exams
Help
Leaderboard
Shop
Awards
Forum
Friends
Subjects
Dark mode
User ID: 999999
Version: 4.37.48
www.memory.co.uk
You are in browse mode. You must login to use
MEM
O
RY
Log in to start
Index
»
latijn q4 basiswoordenlijst en 29 + 30
»
Chapter 1
»
Level 1
level: Level 1
Questions and Answers List
level questions: Level 1
Question
Answer
houden van(, liefhebben)
amare
horen
audire
schreeuwen
clamare
vullen
complēre
bewaken
custodire
geven (dedi)
dare (pf)
onderwijzen
docēre
leiden, brengen (duxi)
ducere (pf)
zijn (fui)
esse (pf)
wachten op, verwachten
expectare
doen, maken (feci)
facere, facio (pf)
steun geven aan + dativus
favere +
gaan (ii)
ire (pf)
huilen
lacrimare
doden
necare
bidden tot, smeken om
orare
klaarmaken
parare
plaatsen (posui)
ponere (pf)
voortgaan, lopen (protexi)
procedere (pf)
beschermen (protexi)
protegere (pf)
vechten
pugnare
antwoorden (respondi)
respondēre (pf)
tegenhouden
retinēre
lachen (risi)
ridēre (pf)
vragen
rogare
verkopen
vendere
keren, wenden
vertere
overwinnen (vici)
vincere (pf)
leven (vixi)
vivere (pf)
jaar
annus
hulp
auxilium
oorlog
bellum
bewaker
custos, custodes
god
deus
pijn, verdriet
dolor, dolores
aanvoerder, leider
dux, duces
vijand
hostis, hostes
legioen
legio, legiones
echtgenoot
maritus
soldaat
miles, milites
aantal
numerus
mening, uitspraak
sententia
stem, uitspraak
vox, voces
gemakkelijk
facilis, -e
sterk, dapper
fortis, -e
groot
ingens, ingent-
somber, droevig
tristis, -e
alle, allen, alles
cuncti, -ae, a
zelf
ipse, ipsa, ipsum
niets
nihil
geen
nullus, -a, -um
naar, tot, bij + accusativus
ad +
met jou
tecum (=cum te)
vanaf, over, aangaande + ablativus
de +
hier
hic
al, reeds
iam
daar
ibi
intussen
interea
later
postea
uit zichzelf
ultro
poort
porta
langzamerhand
paulatim
bode
nuntius
nederlaag
clades
hebben
habēre
hoe groot
quantus, -a, -um
gestorven, dode
mortuus
misschien
fortasse
dus, dan
ergo
maar
at
of
aut
totdat
donec
terwijl, zolang als
dum
en, ook
et
want
nam
voordat
priusquam
ook
quoque
als
si
als niet
nisi
zoals
sicut
toch zeker wel
nonne
toch zeker niet
num
hoe
quomodo
waar
ubi
veilig
tutus,-a,-um
menigte, massa
multitudo, -tudines
bijeenkomen
convenire
senaatsgebouw
curia
richten
intendere
openen
aperire
tenslotte
postremo
ontvangen
accipere
openbaar
publicus, -a, -um
stadsmuren
moenia
verdedigen
defendere
persoonlijk
privatus, -a, -um
treuren, pijn hebben
dolēre
morgen
cras
legerkamp
castra
zee
mare, maria
veroveren
expugnare
rijkdom
divitiae
vernietigen
perdere
toelaten, toestaan
permittere
troepen
copiae
pf van verzamelen, colligere
collegi
geest, aandacht
animus
weggaan
abire, abii
haten
odisse (pf)
kunst, vaardigheid
ars, artes
van de soldaat, militair
militaris, -e
leren van
discere, didici
vaderland
patria
altaar
ara
zweren bij
iurare
verzorgen, bebouwen, vereren
colere
ooit
umquam